Dit jaar gingen wij voor het eerst als gezin op zomervakantie. We waren al eerder met z’n drietjes naar Texel op vakantie geweest, maar dat voelt inmiddels als thuiskomen en bovendien is dat prima met de auto bereikbaar. Met ons mini meisje de lucht in, om tien dagen op een all-in resort te bivakkeren, ver weg van Nederlands sprekende artsen en het eigen bedje van onze moeilijke slaapster, dat was andere koek. Gelukkig hadden we geen dokters nodig en ging het slapen verbazingwekkend goed. Ook het resort bleek precies wat we nodig hadden. Altijd eten en drinken in de buurt, alle voorzieningen op loopafstand en entertainment voor de kleintjes. Ook voor ons mini meisje. Waar wij dachten dat het langs ons tien maanden oude kippie heen zou gaan, bleek zij de grootste feestneus. Bij het horen van de kinderliedjes gingen haar armen zwieren en het was in Alcúdia waar zij haar eerste lievelingsliedje ontdekte: ‘Ich habe einen kleinen Papagei’
Muzikale genen
Dus luisteren wij sindsdien iedere dag braaf naar een Duits liedje over een kleine papegaai. Mijn Duits is zo belabberd dat ik, zelf na honderd keer luisteren, de tekst nóg niet ken. Maar dat deert Annabel niet. Haar ogen stralen en haar mondhoeken staan van begin tot eind omhoog gekruld. Ze gaat al wiebelen bij de krakerige ‘Hallo Coco’ aan het begin en stopt pas bij de laatste noten.
Wanneer we in gezelschap zijn en mensen zien hoe die kleine pamperbips heen en weer wiebelt bij het horen van muziek, volgt standaard “Dat is ook niet raar met zo’n vader”. Dat nagenoeg alle kindjes van muziek houden en erop bewegen alsof het een tweede natuur is, neemt niet weg dat ik het een fijne gedachte vind dat onze lieveling de muzikaliteit van haar vader heeft.
Het goede voorbeeld
Het is op zulke momenten dat ik me afvraag hoe Annabel over een jaar of vijftien zal zijn. Welke eigenschappen neemt ze over van haar muzikale, zorgzame, ietwat koppige vader en welke van mij? Welke eigenschappen zijn aangeboren of ingebakken, en welke kunnen we middels goed voorbeeld aanleren?
Mijn ouders hebben altijd hun best gedaan om van mijn broers en mij keurige, beleefde kinderen te maken. Toch hebben zij het flink met ons te stellen gehad (en dat is een enorm understatement). Tot een jaar of veertien was ik een vrolijk, makkelijk kind. Maar erna vond ik dat ik altijd en overal mijn mening mocht laten horen. Destijds vond ik mezelf jong en stoer. Achteraf gezien was vaker naïef en onbezonnen. Vriendjes volgden elkaar in rap tempo op en ik maakte keuzes waarmee ik andere mensen kwetste. Mijn best doen op school stond onderaan mijn prioriteitenlijstje en mijn gezondheid heeft het zwaar te stellen gehad met alles waar ik zo nodig mee moest experimenteren.
Niet altijd makkelijk
Mijn gedrag, net als mijn stemmingen, gingen van hot naar her. Het ene moment stuiterde ik door een kroeg, over een voetbalveld of aan het bureau van een collega om me vervolgens dagenlang op te sluiten op mijn kamer. Huilend, muziek luisterend en wijn drinkend. Met pen, papier en mijn gedachten. Andermans emoties kwamen hard binnen en mijn overgevoeligheid voor geluiden (wat pas veel later misofonie bleek te zijn) maakte me moe. Continu te horen krijgen dat je wat verdraagzamer moet zijn, terwijl je de dingen écht anders hoort en ervaart dan een ander, maakte me onzeker. En mijn eigen perfectionisme, maakte dat ik nooit tevreden was met wie ik was, waar ik was en wat ik deed.
Ik denk terug aan de gesprekken met vriendinnen, waarin ik altijd wilde ‘pleasen’ en zelden bij mezelf bleef, aan de nachten dat ik wakker lag door de volle maan en de dagen dat ik uitgeput uit mijn werk kwam, omdat mijn collega’s maar niet willen stoppen met klikken met hun pen. Al van kleins af aan ben ik een emotioneel meisje geweest en toen ik op latere leeftijd bij therapeuten en psychologen terechtkwam, bleek dat ik geen aansteller ben, maar ‘gewoon’ hoog gevoelig.
Wijsheid
Inmiddels ken ik mezelf een stuk beter. Hoef ik me niet beter voor te doen dan ik ben, maar kan ik tevreden zijn met mezelf, inclusief verbeterpuntjes. Ik vond mijn rust en mijn thuishaven bij mijn lief en creëerde plekken waar ik graag naartoe ga, in plaats van plekken waarvan ik weg wil rennen. Ik leerde dat je niet altijd overal iets van hoef te vinden en dat thuis op de bank een prima plek is om je weekenden door te brengen. Wijsheid komt echt met de jaren.
Maar met de geboorte van onze dochter, ontstond direct een angst. Angst voor onze dochter, dat ze haar muzikaliteit van haar vader zal hebben, maar haar overgevoeligheid van haar moeder en niet zal weten hoe ermee om te moeten gaan. Oren die alles horen, ogen die alles zien en een hoofdje dat aan het einde van de dag oververmoeid zal zijn.
Wijn en muziek
Soms kijk ik naar haar en zie ik mezelf. De onbezorgde, opgewekte, kleine Ilse. Ik kan me er weinig meer van herinneren, maar ik denk dat het zo was. En in het geval van Annabel, hoop ik dat het zo kan blijven. Dat ze weet dat ze van ons niet hoeft weg te rennen. Dat we zullen luisteren als ze zegt dat haar hoofd vol zit, en dat we haar laten als ze zegt dat ze haar rust nodig heeft. Ik hoop dat ze haar rust en zelfvertrouwen nooit kwijt zal raken en zich altijd geliefd zal voelen.
En wanneer ze toch met zichzelf in de knoop zit, het even niet meer weet of overprikkeld is, hoop ik dat ze weet dat wij er zullen zijn. Dat we ons op zullen sluiten als het moet. Met elkaar. Met een fles wijn (of thee of chocolademelk) en muziek.
Ik ben benieuwd of kleine Coco haar dan nog steeds zo op kan vrolijken.
Misschien dan toch die tekst maar eens leren.
Voor de liefhebber: https://www.youtube.com/watch?v=UnPg_R2atp0
Liefdevol geschreven…..
LikeLike