Hoe meer zielen

Al van jongs af aan heb ik de wens voor een groot gezin. Het zal er ongetwijfeld mee te maken hebben dat ik zelf drie broers heb en er thuis dus altijd leven in de brouwerij was. Ik kan niet ontkennen dat de verjaardagen van mijn grote broers, waar de visite bestond uit stoere, lekker ruikende mannen (lees: puisterige pubers met Adidas eau de parfum), daarop enigszins van invloed zijn geweest. De eindeloze benen en brede schouders van mijn broers, waar ik 1400 kilometer naast moest zitten, buiten beschouwing gelaten, waren de zomervakanties ieder jaar weer een feestje. En na de eerste keer op stap met mijn broer of de stiekeme onderonsjes met de jongste, maakten dat ik zeker wist: dit wil ik later ook. 

In de ideale situatie werd ik voor mijn vijfentwintigste voor het eerst mama en zou ik rond mijn dertigste een gezin van vier kinderen hebben. In die fantasie toekomst bevond zich overigens ook een huwelijksaanzoek bij zonsondergang, een weergaloos trouwfeest en een buik die voor eeuwig zo strak zou zijn als op mijn twintigste, ongeacht hoeveel Ben&Jerry’s ik zou eten. 

Natuurlijk werd mettertijd duidelijk dat dat zo makkelijk niet is, vandaag de dag. Los van het feit of al die kinderen je gegund zijn, is het lastig bolwerken in een tijd waarin je als moeder niet thuis kunt zitten, terwijl manlief werkt voor de centen. Tenzij hij goed in de slappe was zit, misschien. Maar ik heb die van mij niet uitgezocht op z’n bankrekening, dus enige emancipatie is op zijn plaats. Het dragen en op de wereld zetten van de kindjes in kwestie is ook al geen piece of cake dus dat maakt dat dit allemaal makkelijker gefantaseerd dan uitgevoerd bleek. Gelukkig komen de meeste baby’s in hun uppie en blijft er tijd genoeg over om je voornemens gaandeweg bij te schaven. Maar zoals de droom tien jaar geleden was, zou ik niet meer redden.

Dus startte afgelopen augustus, een paar jaar later dan initieel gepland, mijn aangepaste droom. En begon afgelopen week, na een lange periode van vrij zijn en opbouwen met werken, het echte leven in die rol. Mijn vaste werkdagen gingen van start en na de eerste drie dagen van de week te hebben gewerkt, was het op donderdag tijd voor de duo-dag met ons nichtje. Hoewel ik net een beetje ritme heb in de dagen met ons eigen kleine meisje, was het nu weer even strategisch plannen om te voorkomen dat er twee tegelijk moesten eten of dat de slaapjes elkaar precies zouden afwisselen. 

Hier een beetje schuiven, daar wat later eten en met een beetje geluk gaan ze dan tegelijk knock-out en kon ik nog ergens een boterham eten. 

De dag begon succesvol. Allebei even spelen, kwijlen op knuffels en kauwen op spuugdoeken. Een beetje ongecontroleerd meppen van the big one en een mini die niet weet of ze daarom moet lachen of huilen. Het duurde niet lang of geeuw één werd gesignaleerd en geeuw twee volgde rap. Tijd voor een dutje. Slaapzak aan, nog even een knuffel, babyfoon aan en de deur dicht. Om 10:00 aan mijn eerste bakkie. Warm. 1-0 voor mama. 

Alsof ze mijn  zeer optimistisch geschreven script hadden gelezen, werd eerst mini wakker voor een voeding. Twintig minuten later, toen ik net mijn kleding weer op zijn plek trok en mini met een melksnor de box in ging, ontwaakte the big one.
I’m on fire, 2-0.

Ook de rest van de dag gedroegen ze zich voorbeeldig. Er werd nauwelijks gehuild, slapen ging praktisch synchroon en bij de aanblik van die twee zoete kindjes op het speelkleed, zou ik bijna opnieuw rammelende eierstokken krijgen. Manlief was inmiddels gearriveerd uit zijn slaapdienst en samen brachten we de dag spelend, baby brabbelend en billen vegend door. Puntje voor iedereen.

Maar toen de nacht volgde en ons overdag zo zoete meisje, besloot dat na drie keer een laatste slokje haar buik nog niet vol genoeg was, was ik blij dat onze regeling alleen voor de dag geldt en ik niet slaapdronken van bedje naar bedje hoefde te strompelen in de hoop dat me nog een paar uurtjes slaap gegund werden. 

Die vier baby’s voor m’n dertigste gaat niet meer lukken. Maar als ik ons nichtje mee tel, heb ik er toch één dag in de week twee.  

En dat is voorlopig meer dan zat. 

 

 

 

Een gedachte over “Hoe meer zielen

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s