Vorige week las ik in een artikel dat de overheid vindt dat ouders te weinig gebruik maken van hun ouderschapsverlof. Dat zou vooral komen omdat het een beetje een sigaar uit eigen doos is, tenzij je ambtenaar bent. Om ‘ons’ te motiveren die uren wél op te nemen, hebben ze de wetgeving aangepast per augustus 2022. Als je dan verlof opneemt in het eerste jaar na de geboorte, betaalt de overheid tot maximaal de helft van je salaris terug. Dat zou ouders meer tijd geven voor een goede balans tussen werk en een gezin.
Een goede ontwikkeling als je het mij vraagt. Zoals met wel meer regelingen omtrent het ouderschap (zoals de duur van het zwangerschapsverlof of het verlof voor partners) zijn ze vaak te kort of te duur. Helaas zullen wij zelf niet profiteren van deze aanpassing, maar het is in ieder geval een stap in de goede richting.
Einde verlof
Gelukkig konden wij wél gebruik maken van het (per juli 2020) uitgebreide vaderschapsverlof. Helaas loopt dat verlof al bijna op zijn eind. Over twee weken komt er een onvermijdelijk einde aan een bijzondere tijd. Want dankzij mijn zwangerschapsverlof en het verspreid opgenomen vaderschapsverlof van m’n lief, zijn we tien weken lang praktisch alle dagen met z’n vieren geweest. Het is maar de vraag of we ooit nog zo lang vrij zullen zijn met elkaar. Met of zonder baby.
Toen Annabel net was geboren, had ik nog precies dertien weken zwangerschapsverlof. Dat voelde toen als een zee van tijd, maar het duurde niet lang voor ik ontdekte dat dat voorbij vliegt alsof het dertien dagen zijn, als je moeder bent.
Parttime
Ik troostte me destijds met de gedachte dat ik, door mijn keuze om parttime te gaan werken, in ieder geval meer dagen thuis dan op het werk zou zijn. En dat ik genoeg tijd zou hebben om van iedere stap en mijlpaal te genieten. Maar toch heb ik soms nog steeds het gevoel dat haar eerste jaar me door de vingers is geglipt. Dat ik niet zo bewust met en van haar heb genoten, maar dat ik me heb laten leven door de drukte van alledag. Me laten overrompelen door de wervelwind die moederschap heet.
Ergens tussen de luiers en de slapeloze nachten, de tranen en de schaterlachjes, de eerste stapjes en pittige sprongen, vlogen de maanden voorbij en veranderde onze baby in een dreumes. En die dreumes in een peuter die ons de oren van het hoofd kletst.
Het vliegt me weleens aan hoe hard het gaat. Hoe dagen naadloos overlopen in weken. Hoe zwembad, kerstboom en paastak elkaar afwisselen of het de dagen van de week zijn. Hoe ik vorige week nog 27 was en nu ineens bijna 33 word.
Met een tweede lijkt het allemaal wel nog sneller te gaan. Dus proberen we nog bewuster te genieten. Ons minder te laten leven en meer ‘in het moment’ te zijn. Een voornemen dat dankzij deze gekke tijd best goed uitvoerbaar is. Maar nog steeds vliegen de weken om.
Tijdmachine
De enige oplossing voor dit probleem lijkt een tijdmachine. Maar die bestaan helaas alleen in films. Een goed alternatief leek me nóg meer tijd thuis doorbrengen in plaats van op kantoor. Om nog bewuster te genieten van deze bijzondere jaren, in plaats van het de helft van de week te moeten doen met foto’s en filmpjes kijken tijdens kolfmomentjes, terwijl de volgende vergaderclub alweer driftig op de deur staat te bonken.
Combineer die wens met de tranen die al beginnen te stromen bij het idee dat ons kleine kruimeltje nu al naar de opvang moet, en het besluit om minder te werken was genomen. Dat plan was bovendien iets realistischer. Dus als straks m’n verlof is afgelopen, ga ik (tot Charlie haar eerste verjaardag) niet voor drie maar twee dagen per week terug naar kantoor. Een luxe waarvan ik dankbaar ben dat we hem ons kunnen permitteren en een keuze die maakt dat ik met een iets minder zwaar hart de laatste twee weken van mijn verlof in ga.
Het ouderschapsverlof voorkomt niet dat de tijd aan ons voorbij zal razen. Maar maakt wel dat ik nóg meer tijd met en van m’n gezin kan genieten. Helaas geldt voor ons dat Charlie te vroeg geboren is om gebruik te maken van de nieuwe regeling en lijkt mijn cao niet eens op dat van een ambtenaar, dus een compensatie van de staat hoef ik niet te verwachten.
Geld verdienen kan ik gelukkig nog m’n hele leven.
Maar deze tijd komt nooit meer terug.
Een gedachte over “Ouderschapsverlof”