Terrible Two’s

In de aanloop naar Annabel haar tweede verjaardag werd me van alle kanten duidelijk gemaakt dat het, vanaf het moment van uitblazen van de kaarsjes op de verjaardagstaart, gauw gedaan zou zijn met de rust. (Alsof je die hebt, met een dreumes in huis?) Iedere fase kent zijn eigen bang-maak-berichten van de ‘wacht maar’-moeder en de getraumatiseerde vader, maar de Terrible Two’s zijn uniek in zijn soort.

Dat dacht ik tenminste. Ik verwachtte een slaand, schoppend, stampvoetend, NEE! schreeuwend meisje wat me tot wanhoop zou drijven. Maar in plaats daarvan kregen we een lieve, ondernemende en vrolijke peuter.

Tot een paar weken geleden.

Baby Charlie
Of het de komst van haar zusje is, of dat zij de Terrible Two memo pas later kreeg, weet ik niet, maar miss mini stelt ons de laatste tijd gigantisch op de proef. Haar vocabulaire (die juist steeds groter werd, wat gesprekjes voeren zo veel makkelijker maakte), werd vakkundig ingeruild voor gejengel op hoog niveau en alles wat ik voorstel, wordt met een rotvaart van tafel gebonjourd. Wil ik links, wil zij rechts. Wil ik lopen, wil zij met de fiets. Wil zij naar oma en zeg ik ja, is ze verdrietig dat ze niet bij mama kan blijven. Eten we vanavond patatjes, is ze boos dat ze ze niet bij de lunch krijgt. 

Ze wil geen kleren aan maar heeft het koud en laat dat het liefst de hele straat weten. Haar benen lijken wel spaghetti, waardoor ze zo’n veertig keer per dag theatraal ter aarde stort en gilt of ze minstens veertien botten heeft gebroken. Haar sokken zitten te strak, de tandenborstel is te scherp en werkelijk AL-LES wordt vooraf gegaan door een dramatische “Maar ik wil zo graaahaaag”.

Soms hebben we geluk en duren haar buien een uurtje. Of een ochtend. Dan redden we ons wel met een grapje, een beetje afleiden of erkennen dat het leven als peuter echt niet makkelijk is. Maar er zijn dagen bij dat het van opstaan tot slapengaan één groot drama is. Op zulke dagen, wanneer werkelijk alles een discussie is, zelfs de televisie niet voor afleiding kan zorgen en ze voor de zesendertigste keer in een uur gilt dat ze snoep wil (en vervolgens met een mond vol door de woonkamer gaat rennen als ik in een zwak moment eindelijk toegeef), vraag ik me weleens af waar mijn leuke peuter meisje is gebleven.

Best pittig
Ik ga niet liegen, ik vind het bij vlagen echt heel pittig. Als ik Charlie net aan de borst heb en Annabel precies op dat moment besluit op de eettafel te klimmen. Of dat we net alles klaar hebben gezet om een spelletje te doen en zij met één wilde beweging het complete spel de woonkamer doorslingert met de mededeling dat het spel stom is. Hele dagen bedelen om snoep en koek. Krijsen om papa als ik nee zeg en andersom hetzelfde doen. Weglopen, slaan, stampvoeten en dingen afpakken. Het hele pakket passeert de revue en niemand wordt gespaard,

Natuurlijk snap ik dat het erbij hoort. Dat ze het niet doet om te pesten. Dat ze een volkomen normale peuter is en dat ze eigenlijk een oneindig geduldige moeder nodig heeft. Maar die ben ik helaas niet. In ieder geval niet altijd. Soms is m’n lontje kort en zou ik het liefst de hele bende laten voor wat het is en met een koptelefoon op onder de dekens gaan liggen om een middagdutje te doen. Helaas zijn die privileges met de placenta de container in verdwenen.

Annabel had zelf maanden geleden al afscheid genomen van haar middagdutje en dat maakte sommige dagen nog een beetje pittiger. Maar blijkbaar wordt ze met deze temperamentvolle buien soms ook een beetje moe van zichzelf want ze heeft recent besloten de middagdut nieuw leven in te blazen.

En een slapende peuter halverwege de dag is bijna net zo fijn als zelf even slapen.

Elk nadeel heb z’n voordeel, zullen we maar zeggen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s