Een tijdje terug deelde ik op Mamabel een artikel met een rijtje redenen waarom ik dreumesen, en dan vooral die van mezelf, zo ongelooflijk leuk vind. Waarschijnlijk ben ik niet de enige, als ik keer op keer zeg dat ik dit toch echt de leukste fase vind (om dat iedere keer opnieuw van iedere nieuwe fase te vinden).
Natuurlijk geldt voor ieder punt op die lijst met zaligheden een tergende tegenhanger. Als je het mij vraagt zijn de volgende zaken voer voor een mental breakdown (mits voldoende afgewisseld met deze dingen dus).
Nee nee nee nee nee
Als er een woord is wat ik nu al niet meer kan horen, is het nee. En dan is Annabel nog niet eens twee. Hoe hard wij ook proberen het minder vaak te zeggen, Annabel krijgt er geen genoeg van. Soms zegt ze een uur lang alleen maar nee. Tegen eten, kleren, spelen, slapen, wandelen, you name it. Ook al wil ze het wel. Nee klinkt gewoon leuker. Annabel wil je eten? Nee! Terwijl we allebei weten dat Annabel altijd wil eten. Annabel wil je spelen? Nee! Peje! Ik zeg het natuurlijk ook verkeerd. Ze wisselt nooit eens af met ‘liever niet’ of ‘misschien straks’. Doodvermoeiend!
Annabel is acrobaat
Dat mini mensjes verrassend goed tegen vallen, struikelen, omvallen en neerstorten kunnen is me wel duidelijk geworden. Waarom ze zelf het idee hebben dat dat vandaag zomaar anders kan zijn dan gisteren (en dit dus uitvoerig en herhaaldelijk getest moet worden) is me echter een raadsel. Annabel blijft er een sport van maken om de honderd meter sprint over de bank te voltrekken en als ik even niet kijk, gaat ze achterstevoren en ondersteboven de glijbaan op. Om me dan ineens hulpeloos aan te kijken of ik haar eraf wil helpen, in plaats van gewoon naar beneden te glijden. Waar dat ding voor bedoeld is! Ze gebruikt alles wat ze tegenkomt als opstapje om beter bij dingen te kunnen die expres buiten haar bereik zijn neergezet en lijkt nog steeds niet te begrijpen dat je niet zomaar overal op kunt kauwen om te bepalen of het voedsel is of niet. Alle pogingen ten spijt, ben ik dus een groot deel van de dag politieagentje aan het spelen. De rest van de dag probeer ik mijn hart een beetje in bedwang te houden.
Eten is altijd een goed idee
Vanaf het moment dat Annabel zich realiseerde dat zij die slungeldingen langs haar lijf zelf kon besturen, stopt ze dingen in haar mond. Vingers, speelgoed, sokken, eten. Wat ze vindt, wordt geproefd en als ze haar handen tussendoor nodig heeft, kan haar mond prima als tijdelijke opslag dienen. Het leek een poosje goed te gaan toen ze een maand of veertien was, maar inmiddels zitten we weer op volle kracht in de fase waarin ALLES in haar mond gestopt wordt. Sleutels van de speelgoedkassa, Grimm’s poppetjes, sokken (haar handelsmerk) en alles wat in de verte ook maar op eten lijkt. Het verschil tussen nu en toen ze veertien maanden was, is dat ze nu kan rennen. En hard. Dus sprint ik een groot deel van de dag achter mijn allesetende dreumes aan. Maar wel zo kalm ogend dat ze niet schrikt en juist daardoor stikt in whatever ze nu weer in haar mond gepropt heeft.
Of toch maar niet
Sinds Annabel vaste voeding ontdekt heeft eet ze graag en veel. Brood, groente, fruit, alles gaat erin. Tot onze vreugde, want het is een tenger meiske, dus ‘je moet er nog van groeien’ is absoluut aan de orde. Het was een fijn zekerheidje. Of ik nu een prakkie kookte, pasta opschepte of een Monkey Platter in elkaar draaide: het werd gegeten. Tegenwoordig vindt miss mini het leuk om ook hier haar ‘Nee’ veelvuldig in te zetten. Ook al at ze vorige week nog twee borden rode kool, vandaag hoeft ze het niet. We werden hiervoor al gewaarschuwd en ik dacht, naïef als ik was, dat die fase ons bespaard zou blijven. Jammer joh.
Ja, nee, die
Hoewel er de laatste weken in rap tempo nieuwe woordjes bij komen, is Annabel haar woordenschat nog niet bijster uitgebreid voor haar leeftijd. Ze maakt vooral dankbaar gebruik van het feit dat je ‘die’ kunt combineren met een wijzende vinger en als je ouders het dan nog niet begrijpen, val je terug op het immer succesvolle ‘Nee’. Dat houd je net zo lang vol tot je ouders iets te eten (of een sok) in je mond hebben gepropt zodat je even stil bent, of tot ze EIN-DE-LIJK snappen wat je bedoelt. Het resultaat is dat ze soms zelf vergeet wat ze ook alweer wilde en een kwartier lang monotoon ‘die, die, die, die, die’ zit te brommen en nijdig wordt als ik niet begrijp wat ze nou eigenlijk wil.
Met dingen gooien
We hebben er in huize Mamabel nog net geen geld op gezet, maar het is een kwestie van tijd voor wij onze inboedelverzekering mogen aanspreken voor een ster in de televisie. Annabel is tegenwoordig bovenhands net zo sterk als onderhands en, ambitieus als ze is, laat ze dat graag zien. Dus speelgoed, uitgekauwde sokken of afgekeurde prakkies worden met het grootste gemak de woonkamer door gebonjourd. Tot op heden gelukkig rakelings langs de televisie, de gestucte muren of witte jaloezieën. Ik hoop dat ze zich realiseert dat we op de iPad zijn aangewezen om televisie te kijken, als ze die aan de muur naar de Filistijnen heeft geholpen.
Gillen
De laatste, maar misschien wel de ergste. Dat afgrijselijke, tergende, ‘als-je-zo-doorgaat-zet-ik-je-echt-in-de-schuur’ gegil. Soms gil ik terug, soms zet ik de radio keihard en soms ga ik zo hard lachen dat ze zich afvraagt of ze misschien de grap gemist heeft en uit fatsoen maar gewoon mee moet lachen. Ik luister nog liever drie uur lang naar ‘die die die die’ terwijl ze achterstevoren met een sok in haar mond van de glijbaan wil, dan dat ik vijf minuten naar dat gegil moet luisteren.
Oke, dat is misschien niet waar. Maar ik vind het wel hèèl irritant.
Welke dreumes/peuter/kleuter/puber gedrag staat in jouw top drie van meest vermoeiende gedrag?
Ehh top 3? Jij omschrijft in al jouw punten exáct onze dreumes. Laat ze elkaar maar niet ontmoeten, dan hebben we echt double trouble!
LikeLike
Hahaha, of juist wel. Misschien kunnen ze elkaar uitputten 😉
LikeLike