Als een dappere ‘first-time-mom’ had ik me bij Annabel allerlei zaken voorgenomen. Na drie maanden borstvoeding ging ik weer in de lampen hangen, slapen zou ze na een paar weken in de wieg lekker op haar eigen kamer doen, ik zou altijd mijn rust bewaren en mini mensen in het grote bed waren uit den boze.
Er is geen ouder ter wereld die ik uit hoef te leggen dat het dus niet helemaal (of helemaal niet) ging zoals gepland.
Grappig genoeg dacht ik de tweede ronde dat ik dan hetgeen ik tijdens ronde één had geleerd (en was gaan waarderen) gewoon opnieuw kon doen. Borstvoeding zonder einddatum, een co-sleeper naast het bed, maar ook genoeg ruimte in dat grote bed voor logeerpartijtjes van onze kruimel stonden op de planning en ik verheugde me op een eeuwig durende babytijd met eindeloze kroelsessies. De eerste maanden verliep dat ook allemaal vlekkeloos. Ik genoot nacht na nacht van een zalige baby in mijn armen en het gemak dat ik m’n bed niet uit hoefde als ze honger had. Maar met iedere week die volgde, leek madame haar eigen wil te groeien.
No-sleeper in de co-sleeper
Zo begonnen de nachten meer op slaapfeestjes zonder slaap te lijken en werd mijn gezicht het doelwit voor kopstoten, kwijlkussen en zuigzoenen op m’n wang. Waar de co-sleeper in het begin een goede afwisseling leek voor ons beiden, was op dat moment geen enkele slaapvoorziening op onze slaapkamer nog naar wens. In de hoop allemaal van een betere nachtrust te genieten, besloot ik haar in haar eigen kamer te leggen. Zonder een kik te geven draaide ze haar kont in de lucht en ging slapen.
Hoewel het me een beetje verdrietig maakte haar niet meer in mijn armen te hebben ’s nachts, berustte ik me in het feit dat het vooral voor Charlie comfortabel moest zijn en ik accepteerde dat de samenslaap-dagen voorbij waren.
Eten (voor de Kleintjes) is niet altijd een goed idee
Ook op andere vlakken pakten we de dingen aan zoals we bij Annabel deden. We hadden ons uitgebreid verdiept in de mogelijkheden voor vaste voeding en het principe van Rapley en Kleintjes sprak ons het meest aan. Met Annabel duurde het even voor ze doorhad dat broccoli niet is om mee te gooien en avocado niet per se tot puree gestampt hoeft te worden, maar uiteindelijk ging ze eten als een bootwerker en ze is daar tot op de dag van vandaag nog niet mee gestopt.
In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst, maar we wilden graag een poging wagen om van ons kleine melkmonster net zo’n goede eter te maken als haar zus. Zo gingen we met haar zes maanden voortvarend van start met de stukken groente en fruit en verheugden ons op het proces dat zou volgen. De eerste maand ging zonder noemenswaardige voedselinname voorbij en ook de tweede en derde maand had de maaltijd meer weg van een foodfight dan dat er echte honger werd gestild. Onze kleine shredder wist een paprika sneller julienne te snijden dan een professionele mandoline, maar de luiers vertelden ons nog steeds dat er geen hap naar binnen ging.
Inmiddels was Charlie ruim tien maanden en met de wetenschap dat er vanaf een jaar toch wel iets anders dan melk genuttigd moest worden, begon ik me af te vragen of Charlie wel echt een Rapley baby was. Tot het moment dat we soep aten en ik Charlie een paar hapjes voerde. Als een soort gulzige puppy hing ze haar tong naar buiten en slurpte de lepel leeg nog voor hij fatsoenlijk m’n kom had verlaten. Daar had ik m’n antwoord.
Aldoende leert men
De dagen die volgden oefenden we met geprakt fruit, soepjes en gepureerde groenten en Charlie at bakjes leeg of ze nooit anders gedaan had. Een tikkeltje teleurgesteld parkeerde ik de Rapley plannen en ging op zoek naar recepten voor culinaire prutjes en baby proof haute cuisine.
Inmiddels zijn we een paar weken verder en geniet ik dagelijks van de eetlust van onze heerlijke baby. Ze mag nog graag bij mij drinken, maar haar bodemdrift geeft mij alle vertrouwen dat ze rond haar eerste verjaardag absoluut niet meer alleen van mijn melk afhankelijk zal zijn. Misschien dat ze zelfs wel een rondje meedoet met het bittergarnituur op haar verjaardagsfeestje.
Moeten die kaassoufflés alleen eerst effe door de blender.