Zaterdagmorgen 1 september. Exact een week geleden stond ik voor het eerst in 24 uur onder de douche zonder wegdraaiende ogen, oerkreten en weeënstormen. Langzaam maar zeker drong het door: dat moment waar we acht maanden naar hadden uitgekeken, was daar. Onze prachtige dochter is geboren. Tien vingertjes, tien teentjes en wangetjes zo zacht dat er eigenlijk alleen maar naar gekeken zou mogen worden om ze zo te houden.
Sinds januari waren we bezig ons voor te bereiden op dit moment. Haar kamertje tot in detail aangekleed en gedecoreerd. Al zal het kleine Annabel een zorg zijn wat voor kleur haar aankleedkussen is, wij (lees: ik) vonden het heerlijk om al zo met haar bezig te zijn. Van het ontwerpen van het kaartje tot het wassen en strijken van haar kleertjes, alles werd zorgvuldig uitgedacht en nog zorgvuldiger uitgevoerd. Checklists en must-haves. Van draagconsult tot YouTube tutorial, waar we konden, lieten we ons informeren.
Een geboorteplan? Dat leek onmisbaar voor twee controlefreaks als wij. Hoewel we het hier en daar al wat hadden afgezwakt na tips van ervaringsdeskundigen, leek het toch fijn om onze voorkeuren op papier te hebben. Net als de ruim gevulde vluchttas die al sinds week 37 in de auto stond. Goed voor de gemoedsrust. Beter voorbereid konden we niet zijn. Toch?
Inmiddels weten we beter. Alle clichés zijn waar. De liefde voor je eigen kind is instant en onvoorwaardelijk en, hoewel ik echt nog wel even bij moet komen van de bevalling: het is het waard. Meer dan waard. Maar als er één ding is wat wij hebben geleerd, is het dat een bevalling zich niet laat plannen en dat dat prachtige kleine meisje wat de dienst uitmaakt, waarschijnlijk de tendens voor ons leven wordt de komende weken, maanden of misschien wel jaren.
Ik startte dit stukje op zaterdagmorgen. Ondertussen heb ik mijn laptop een keer of twintig opgepakt en weer weggelegd, een luier of vijftien verschoond, talloze voedingen gegeven, een paar uur geslapen en vooral heel verliefd naar mijn prachtige dochter gekeken. M’n eten koelde af, onze serie moest tien keer teruggespoeld worden omdat miss mini net een lach stuipje laat zien, zachtjes kreunt of gewoon haar schattige zelf is. Mijn camera draait overuren, in een poging iedere gezichtsuitdrukking vast te leggen op de gevoelige plaat. Het is nu dinsdagmiddag en ik zit in m’n pyjama op de bank met Annabel in m’n armen.
Er komt een dag dat ik me langer dan een half uur buiten de muren van ons huis zal moeten begeven. Dat het normale leven zich weer hervat. Dat ik na een dag werken met vriendinnen afspreek of ga sporten. Dat Annabel misschien wel ergens een nachtje gaat logeren en ik niet gewekt word door het mooiste gezichtje dat ik ooit heb gezien. Gelukkig hoef ik me daar nog even niet druk om te maken. Kan ik slapen als Annabel slaapt en proberen tussendoor iets te vinden wat lijkt op een ritme.
Dat zal er vroeg of laat toch moeten komen. Want boodschappen doen als Annabel boodschappen doet, hoef ik voorlopig nog niet op te rekenen.