A penny for your thoughts

“Schat, waar is dit andere grote sporttas?”
“Welke bedoel je? We hebben er toch maar één?”
“Nee, die ene groene ligt al op de slaapkamer. We hebben toch ook nog die blauwe?”

Een blauwe sporttas? Ik probeer te verzinnen wanneer wij een blauwe sporttas hadden, maar ik vrees dat m’n brein voorgoed tot pudding is gebombardeerd.

“Ik weet het niet schat, anders pak je toch de koffer?”

Ik staar naar buiten. De herfst is zonder genade het land binnen komen waaien en ik verlang nu alweer naar de zomer. Dat gerommel tussen tassen en koffers doet me denken aan onze eerste zonvakantie samen. Cuba stond al een poos op mijn verlanglijstje en na de plechtige belofte dat hij volgende zomervakantie mocht kiezen, stemde mijn lief ermee in. Zestien onvergetelijke dagen volgden. Prachtige stranden, indrukwekkende binnenlanden, de liefste mensen van de wereld en het allerbeste gezelschap. Dansen, drinken, feesten en genieten. Wie had toen ooit gedacht dat het leven nog zo veel mooier zou worden.

“Moet weer heel die stapel hydrofielen mee?”

Oh ja, inpakken. Dat waren we aan het doen.

“Nee, ben je gek, dat was vorige keer al niet meer.”
“Jawel toch, toen hadden we een sporttas vol met hydrofielen.”

Ik zucht en denk terug aan de eerste keer Texel met onze lieveling. Zeven weken oud en amper vierenhalve kilo zwaar. Slapen, huilen en spugen, heel veel meer deed ze niet. Stapels hydrofielen spuugde ze vol. Nu is ze haast twee keer zo zwaar, zet ze stapjes langs de bank en gebruikt ze woorden om haar aanwezige willetje te laten horen. Echte woorden, geen gebrabbel. Hoewel ‘ja’ haar antwoord is op alles en ze net zo makkelijk ‘die’ zegt tegen haar bord met brood, als tegen de auto van de buren, vind ik het zo leuk om haar steeds meer in een mensje te zien veranderen.

“Maar wel of niet die hydrofielen?”

Ik hoor aan zijn stem dat ik een beetje bij de les moet blijven.

“Nee, schat. Niet de hele stapel. Een stuk of vijf is genoeg.
Ik pak ze wel, zal meteen haar kleren inpakken.”

Uit Annabel haar kledingkast, vis ik tien setjes kleding. Sinds een paar weken draagt ze maat 80. Wat een reuzen kleren, vergeleken bij de poezelige maat 50, die ze ruim een maand droeg, toen ze net bij ons was. Ons kleine meisje is nog steeds aan de kleine kant voor haar leeftijd, maar wat wordt ze stiekem al groot. Met m’n vingers glijd ik langs de jurkjes en shirtjes die haar kast vullen en verzin ik wat er wel en niet mee moet.

“Ook maar een paar dikke truien inpakken denk ik he?”

M’n lief, geenszins gehinderd door mijn gemijmer, gaat verder met inpakken.

“Dikke truien? Uhh, ja laten we dat maar doen.”

Gisteren vierden we zijn zevenendertigste verjaardag. Met een wattig hoofd van een veel te korte nacht en een tikkeltje vermoeid zijn van de steeds korter en donker wordende dagen, proberen we onze spullen te pakken. Dat ik geen alcohol meer gewend ben, helpt, ondanks dat het slechts vier biertjes waren, ook niet mee. Ik probeer me te focussen, maar mijn gedachten blijven afdwalen.

Vijf jaar geleden op jouw verjaardag, leerden wij elkaar kennen. In een rokerige tent waar het naar bier stonk en de muziek keihard stond. Jij op een afstandje, op een kruk. Ik op de dansvloer. Aan die verdeling is met de jaren weinig veranderd. Wie had toen gedacht dat we er vijf jaar later zo bij zouden zitten?

Op zoek naar tassen en dikke truien. Met een weergaloos puddingbrein, een hoofd vol prachtige herinneringen en chronisch slaaptekort.

Maar gelukkiger dan ooit.

Oké, en een beetje afgeleid.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s