Sinds een paar maanden gaat Annabel naar de opvang. Eén dag in de week heeft ze vierhonderd stuks speelgoed tot haar beschikking, waar ze samen met een groep stuiterballen tussen nul en vier jaar oud, mee kan spelen. Hoewel ik het in het begin wel een beetje spannend vond, breng ik haar inmiddels met een gerust hart weg. Middels een app worden we keurig op de hoogte gehouden van haar eet-, slaap- en poepgedrag en we hebben inmiddels geleerd dat je nieuwe kleren beter kunt bewaren voor een andere dag dan de opvangdag.
Het eerste jaar van Annabel haar leven hebben we volledig met familie kunnen oplossen en dat vonden we heel fijn. Maar, als je het mij vraagt, is de kinderopvang echt van toegevoegde waarde voor Annabel nu ze iets ouder wordt. En wel om de volgende redenen:
Ze is dol op andere kinderen
Als we in de supermarkt lopen en er komt een kindje voorbij, ongeacht de leeftijd, gaat ze dolenthousiast wijzen en ‘die die die’ roepen of ze een reep Tony Chocolonely ziet die linea recta de kar in moet. Ook met haar haar neefjes en nichtje wordt lief gespeeld. Ze heeft duidelijk het sociale karakter van haar ouders en dat kan mooi verder ontwikkelen op de opvang. Zo lang er nog geen bar hangen en bier tanken aan te pas komt, laten we haar met een gerust hart socializen.
Ze doet andere dingen dan thuis
Thuis is de speelgoedlade prima gevuld, maar ander speelgoed blijft toch altijd prikkelen. Een ballenbak, een bibliotheek of toch dat leuke keukentje? Ze vermaakt zich er uren mee. Met de andere kindjes, maar volgens de juffen ook uitstekend alleen. Dat wisten wij stiekem al, maar het is leuk dat ze zich, in gezelschap van andere kindjes, óók goed alleen kan vermaken. En het is fijn inspiratie opdoen voor cadeautjes als je van tevoren al weet dat ze ermee zal spelen. Wij kunnen bijna niet wachten op dat keukentje voor haar tweede verjaardag (zeker nu we overal gebombardeerd worden met die mooie DIY tutorials). Ook de snoezel lampen zijn een regelrechte hit. Enige nadeel is dat ik nu redenen moet verzinnen om mijn lief te overtuigen waarom we die niet in onze woonkamer gaan installeren.
Papa heeft een beetje tijd voor zichzelf
Met het onregelmatige werk van mijn lief zijn er regelmatig delen van Annabel haar opvangdag waarop hij thuis is. Of hij komt uit de slaapdienst of gaat erin. Dat maakt dat hij lekker een paar uur voor zichzelf heeft. Aangezien hij fulltime werkt en in de weekenden druk is met zijn band, zijn die uurtjes alleen in huis hem dubbel en dwars gegund. En het geeft hem mooi de tijd om allerlei wanstaltige series en films te kijken zonder mij, zodat de goede overblijven voor ons samen.
Ze leert nieuwe dingen
Annabel zegt nog niet zo gek veel. Nou ja, ze kletst ons de oren van het hoofd, maar echt herkenbare woorden zijn het nog niet. Althans, niet veel. Papa, mama, die (keer honderd) en ja en nee (met honderd uitroeptekens) was lange tijd de beschikbare vocabulaire. Maar toen was daar na een dagje opvang ineens ‘bal’. En niet alleen het gebruiken van het woord, maar ook het herkennen van het object. Zo hebben we een voorleesboekje over een poes met een bal en als ik vraag of ze het boekje met de bal gaat pakken, komt ze enthousiast ‘bal bal bal’ roepend met dat boekje aangesjokt. Hoe trots wil je mama hebben? Het is overigens het enige woord dat consequent juist wordt toegepast, want ik ben nog regelmatig ‘papa’ en mijn lief ‘mama’.
De rest van de wereld is ‘die’ (alles wat ze ziet als ze net wakker is), ‘DIEEEHIEEEEE’ (alles wat eten is) of ‘Grrrrr’ (alles wat een dier is of erop lijkt).
We blijven op de hoogte
Pannenkoekendag, kinderboekenweek, breng-je-knuffel-mee-naar-de-opvang ochtend. Voor alle dagen is aandacht en overal wordt een leuke draai aan gegeven. Voorgelezen worden in pyjama, vingerverven met je nieuwe jurk aan en disco dansen met je mini matties tijdens een muzikaal feestje. Toch handig, zonder de opvang hadden we geen weet gehad van al die extra feestdagen. Nu hebben we iedere week wel reden voor een feestje.
Goed voor de weerstand
Sinds Annabel naar de opvang gaat, verkeren wij allen in een chronische staat van verkoudheid. We kuchen, snotteren en proesten wat af. Maar, we blijven positief en zien dit alles maar gewoon als een verbetering van onze weerstand. Tegen de tijd dat Annabel naar de basisschool gaat zijn we vast resistent tegen iedere variatie op de snotneus, kriebelhoest, wattenhoofd en traanoog die er bestaat. Precies op tijd voor de basisschool varianten. Maar daar willen we nog even niet over nadenken.
Girls just wanna have fun
En last but not least: ze vindt het er leuk. Er wordt goed voor haar gezorgd en veel aandacht aan haar besteed. Ze reageert vrolijk op de juffen en de andere kindjes en duikt nog net onze armen niet uit als ’s morgens wordt gebracht. En dat alleen maakt het al een wijs besluit om haar een dagje per week te brengen. Haar blije bekkie, als ze fanatiek zit te spelen wanneer we haar komen ophalen, doet je bijna vergeten wat een mooie vakantie we hadden kunnen boeken van het geld dat we betalen aan dat ene dagje opvang per week.
Bijna.