Vorig jaar riep ik, na het van hot naar her vliegen en 1001 verplichtingen, dat ik het jaar erop lekker op vakantie wilde met de kerst. Mijn voorkeur ging in eerste instantie uit naar kerst op Texel, maar bij het zien van de prijzen besloot ik m’n organen nog maar even te laten zitten, in plaats van ze te verkopen om een weekje in vijf graden in een sleurhut in de Koog te kunnen zitten.
Om het onszelf makkelijk (en niet te duur) te maken, kozen we ervoor om onze kerstvakantie lekker thuis te blijven. Na de terror nachten die ons het afgelopen jaar waren toebedeeld, klonk twee weken niksen me als muziek in de oren. Hele dagen in pyjama, niet te veel taken op de hals halen en slapen zo veel het maar kan. Zo gezegd, zo maar eens zien of dat we gingen doen.
Hallo vakantie
Donderdagochtend is het iets na zessen als Annabel van zich laat horen. Alles voor zevenen is wat mij betreft midden in de nacht, dus ik pluk haar uit haar eigen bed en schuif terug het mijne in met haar tegen me aan. Ze protesteert licht, maar valt dan toch in slaap. Voor een half uur. We pruttelen erna nog wat na, maar zo rond half acht is het echt tijd om de dag aan te vangen. Sterker nog, mijn vakantie! Laat het grote niks doen maar beginnen.
Eenmaal beneden aangekomen blijkt Annabel daar anders over te denken en ze begint als een bezetene te gillen bij het zien van haar stoel. “Die die die die die die”, tettert ze in mijn net ontwaakte oor, alsof ik het na één keer niet begreep. Annabel denkt, als ik in mijn stoel zit, krijg ik eten. Dus parkeer mij maar in die stoel, want ik heb honger. Terwijl haar brood ontdooit, ruim ik de vaatwasser uit. Ik vloek wat binnensmonds als ik voor de zoveelste keer m’n bakjes niet kwijt kan in de plastic lade, en ik besluit het hele zootje er maar uit te trekken en de lade opnieuw in te ruimen. Tussendoor voorzie ik Annabel van haar gesmeerde brood en de inmiddels beneden aangekomen katten van hun ontbijt.
Na het ontbijt installeer ik Annabel op de grond met wat speelgoed en pak ik mijn laptop om de foto’s van Texel uit te zoeken. Bij het openen van mijn laptop valt mijn oog op een mailtje van het kinderdagverblijf. ‘Laat ik die eerst even wegwerken’.
Ruim een uur later is het mailtje beantwoord, mijn mailbox opgeschoond, onze financiële administratie bijgewerkt en heb ik twee halve blogs geschreven. ‘Oh ja, die foto’s’.
Eten, eten, eten
Maar miss mini wil me voor zichzelf en gilt om speelgoed waar ze niet bij kan. Ik pak het voor haar, kruip bij haar op de grond en samen spelen we. Ze zet haar eerste losse stapjes, ik gil en bel mijn lief om het hem te laten weten en Annabel neemt het gillen over als signaal dat het tijd is voor een snackie. Ze smult van een mandarijn en een wortelcakeje en het uitsmeren van de laatste hap over haar wang is het teken dat het tijd is om haar in bed te stoppen.
Uiteraard laat dit fijne tussendoortje een kleine ravage achter en ik pak de stofzuiger om de ergste schade weg te werken. Nu ik toch bezig ben, kan ik net zo goed even de kattenbak verschonen. En terwijl ik het rondje van haar stoel naar de gang stofzuig, bedenk ik me dat ik meteen de hele woonkamer wel kan doen. Ik trek de stofzuiger de woonkamer in en op dat moment besluit hij ermee te stoppen. Ik sjor nog wat aan het snoer, maar tevergeefs. Het is einde oefening.
Met een oude bouwstofzuiger van de zolder doe ik een verwoede poging om m’n werk af te maken en van Annabel haar dutje gebruik te maken door meteen maar de woonkamer te dweilen.
Terwijl de vloer droogt, leg ik de laatste hand aan de baby swap die vandaag de deur uitgaat. Last-minute besluit ik toch nog maar een klein knutselwerkje aan het pakket toe te voegen en ruil een handgeschreven briefje in doktershandschrift in voor een uitgetypt stukje tekst. De doos gaat onderin de kinderwagen om straks naar een PostNL punt te brengen. Oh ja, die twee kerstkaarten. Die schrijf ik nog even snel, kunnen ze meteen mee. De vloer is amper droog of madame laat van zich horen.
Nog een rondje dorp
Dik ingepakt en voorzien van wat te knabbelen, gaan we met de wagen op pad richting het winkelcentrum. Het kost me drie winkels voor ik de benodigde kerstboodschappen in huis heb en nu ik er toch ben, loop ik meteen even de witgoedzaak in. Mijn oog valt op de stofzuiger waar ik al maanden op aas en na telefonisch overleg met de man des huizes, verlaat ik de zaak met mijn nieuwe beste vriend. Onderweg naar huis, stop ik bij de vierde supermarkt om mijn vleesbestelling voor de kerst door te geven en koop ik meteen nog wat extra’s voor eerste kerstdag.
Thuis aangekomen doe ik Annabel in bad, test ik mijn nieuwe stofzuiger (niet tegelijk uiteraard) en maak ik een schaal lasagne. Met de lasagne in de oven, controleer ik nog één keer een nieuw blog dat vanavond online komt en help ik Annabel voor de vijftiende keer een poppetje uit een doosje te halen wat erin toch altijd makkelijker gaat dan eruit.
We eten, lezen twaalf keer Kiekeboe Nijntje en knuffelen een kwartier tot ze bijna in m’n armen in slaap valt. Zonder al te veel moeite leg ik haar over in haar eigen bed. ‘Welterusten lieffie. Mama houdt van jou, dat mag je nooit vergeten.’
Eenmaal beneden schenk ik een glas wijn in en ga ik onderuit op de bank. Op dat moment komt m’n lief thuis.
“Zo schat, hoe was je eerste dagje niks doen?”